Zijn de voordelen van het autisme dieet slechts een placebo effect?
De eerste gerandomiseerde studie met controlegroep om een glutenvrije, caseïnevrije dieet te testen voor kinderen met autisme toonden significante verbeteringen in aandachtsproblemen aan, minder afkeurigheid, minder behoeften voor routines en rituelen, en verbeterde respons op leren na een jaar op het dieet, terwijl er geen significant verschil was voor en na de studie in de controle groep.
Hetzelfde met verbeteringen in sociale en emotionele factoren: aanzienlijk minder problemen met relaties met hun leeftijdsgenoten, minder angst, meer empathie en meer acceptatie van fysiek contact, maar nogmaals, er waren geen significante veranderingen in de controlegroep.
Er waren ook aanzienlijk minder communicatieproblemen, meer gezichtsuitdrukkingen, beter oogcontact, meer responsief, en minder dingen zoals zinloze herhaling van woorden in de dieetgroep, terwijl er geen significante veranderingen waren in de controlegroep.
En wat betreft cognitieve factoren en beweging, na een jaar op het dieet, waren er aanzienlijke verbeteringen in het vermogen om gevaarlijke situaties te beoordelen en persoonlijke interesses uit te breiden, en een kleinere kans om buitensporig rusteloos of passief te zijn.
Het probleem met deze studie was dat ze heftig leunden op wat de ouders te zeggen hadden.
Ze vroegen de ouders hun beoordelingen voor en na de jaar-lang durende studie om te zien of ze verschillen konden zien.
Waarom is dat een probleem?
Ik bedoel, wie weet beter hoe een kind dagelijks functioneert dan hun ouders?
Ze hadden natuurlijk een onpartijdige waarnemer kunnen gebruiken voor en na de studie om beoordelingen te maken, niet wetend in welke groep de kinderen waren, maar dat zouden slechts momentopnamen zijn.
Wie beter dan de ouders om te weten wat er met hun kinderen aan de hand was?
Het probleem is het placebo-effect.
Ik bedoel hier dat de ouders veel tijd en moeite investeren om deze strenge diëten te handhaven.
Ik bedoel, er zit tarwe en zuivel in zoveel producten dat het voor de meeste gezinnen een grote verandering is, en dus hebben ze hoopvolle verwachting op een effect.
Dus terwijl de families in de controlegroep niets speciaals doen dat jaar en geen significante veranderingen rapporteerden voor en na, de gezinnen in de dieetgroep staken er veel energie in, en dus wanneer gevraagd of hun kinderen beter bleken te zijn, zouden hun meningen beinvloed kunnen zijn door positieve verwachtingen.
Met andere woorden: "placebo-effecten spelen mogelijk een rol".
Maar zeg nou zelf, zijn ouders echt zo goedgelovig?
Nou, "de kracht van suggestie van ouders kan zeer sterk zijn in situaties die het gedrag van hun kinderen beïnvloeden. "
Er was bijvoorbeeld een beroemde studie waarin alle kinderen een drankje kregen met een kunstmatige zoetstof, maar de helft van de ouders werd verteld dat de drank werd gezoet met een grote hoeveelheid suiker.
En de ouders die dachten dat hun kinderen de suikerdrank hadden ontvangen beoordeelden het gedrag van hun eigen kinderen als aanzienlijk slechter.
Dus in deze autismestudies is het mogelijk dat ouders onbewust op zoek waren naar positieve gedragsveranderingen en negatieve veranderingen negeerden.
Ideaal gezien, wat we nodig hebben zijn dubbelblinde studies, waar kinderen voedsel krijgen dat hetzelfde lijkt en proeft, maar waar één voedsel gluten en caseïne hebben en de andere niet.
De kinderen weten niet welke is welke, de ouders weten niet welke is welke.
Zelfs de onderzoekers weten in de eerste plaats niet wat is welke, totdat ze er achter komen aan het einde van de studie.
Op deze manier worden de gedragingen die geregistreerd worden na het eten niet beïnvloed door vooropgestelde ideeën of vooroordelen.
Oké, dus waarom heeft deze studie dan niet gedaan?
De onderzoekers gaven toe dat "Met betrekking tot het ontwerp (van de studie),"
"er gesteld kan worden dat een dubbelblind onderzoek ideaal had kunnen zijn."
Met alle kinderen op het dieet, gluten en caseïne had stiekem gegeven kunnen worden, bijvoorbeeld in capsules en tarwemeel of poedermelk tijdens specifieke veranderende perioden.
Dan hadden ouders noch verzorgers geweten wie nog op het dieet was en wie niet, en wie in het geheim gluten en caseïne had gekregen.
Dan hadden we niet alleen het placebo-effect, maar ook het verwachtingsvooroordeel kunnen elimineren.
Dus waarom hebben ze het niet gedaan?
De onderzoekers weigerden het te doen omdat ze zo overtuigd waren dat gluten en caseïne schadelijk waren vanuit een ethisch oogpunt dat ze zichzelf er niet toe konden brengen om deze kinderen gluten of caseïne te geven.
De kinderen in de dieetgroep leken het zoveel beter te doen, en ze hadden gevallen gezien waarin kinderen slechter werden wanneer die eiwitten weer in hun dieet werden geïntroduceerd, en dus konden ze zichzelf er niet toe brengen om dit stiekem te doen.
Dat begrijp ik, maar als ze er echt zo zeker van waren dat gluten en caseïne slecht zijn, dan hebben ze waarschijnlijk vele andere kinderen een slechte dienst bewezen met deze minder-dan-ideale studie door niet het sterkst mogelijke bewijs te leveren.
Gelukkig, 4 jaar later namen andere onderzoekers het werk over en publiceerden de eerste dubbelblinde klinische studie van dieet en autisme.
In de volgende video vinden we uit wat de resultaten waren.