Het beste eetpatroon bij vleesbomen
Vleesbomen zijn de meest voorkomende goedaardige gezwellen bij vrouwen.
Ze kunnen wel 30 cm groot worden en ontstaan bij de meeste vrouwen voordat ze in de overgang komen
Over het algemeen geven ze geen klachten, maar als er symptomen optreden, dan betreft het klachten zoals hevige menstruatie, waardoor vrouwen veel pijn hebben of bloedarmoede krijgen.
Wat kunnen vrouwen er dan aan doen?
De helft moet een operatie ondergaan, waarbij de hele baarmoeder verwijderd wordt.
Hoewel de operatie in het algemeen als veilig wordt beschouwd, het moge duidelijk zijn dat je geen kinderen meer kunt krijgen, en bij een aanzienlijk deel van de patiëntes treden complicaties op.
Het alternatief bestaat uit een veelheid aan hormoonregulerende medicatie, waardoor de vleesbomen slinken en de klachten verminderen, maar veel van deze medicijnen hebben behoorlijke bijwerkingen, zoals botverlies.
Die wil je dus echt niet lang innemen, hooguit een paar maanden.
Het komt erop neer dat er momenteel geen bewijs is dat ondersteunt dat medicatie de standaardbehandeling is voor vrouwen met vleesbomen.
Geen wonder dat veel vrouwen op zoek gaan naar aanvullende of alternatieve behandelingen, zoals beweging, dieet, kruiden en acupunctuur.
Vrouwen die 7 uur of meer per week aan lichaamsbeweging doen lijken een kleinere kans op vleesbomen te hebben dan vrouwen die minder dan 20 minuten per dag sporten
Maar dat is nooit getest voor de behandeling van vleesbomen.
En er is ook geen enkele gerandomiseerde, gecontroleerde test over acupunctuur ter behandeling van vleesbomen tot nu toe die ons verder helpt.
Wat betreft kruiden zijn er twee Aziatische kruidenpreparaten die veelbelovend lijken, een preparaat met vijf kruiden, Guizhi Fuling, en eentje met tien kruiden uit Maleisië, dat geheime ingrediënten bevat, zo geheim dat ze dat alleen noemen, maar het leek even goed te werken als een veelgebruikt regulier middel.
Het probleem met traditionele Aziatische kruidenmiddelen is dat ze nog wat andere geheime ingrediënten kunnen bevatten, zoals arseen, kwik en lood, wat in de meeste geteste monsters zat bij middelen die in Aziatische markten of biologische winkels op de plank staan.
En niet zo'n klein beetje; sommigen bevatten blijkbaar echt giftige hoeveelheden.
Dus ja, deze Aziatische kruidenmiddelen kunnen vleesbomen doen slinken, maar er is niet genoeg bewijs dat ze ook veilig zijn.
En probeer in ieder geval niet om bijtende kruiden inwendig aan te brengen, want dat kan littekens, vernauwingen en zweren opleveren.
OK, maar hoe zit het met het eetpatroon?
In een van de grootste studies naar eetpatroon en vleesbomen, werden vleesbomen in verband gebracht met het eten van vlees en ham, terwijl het eten van veel groene groenten een beschermend effect leek te hebben.
Ze vonden uit dat het verband tussen oestrogeen, eetpatroon en borst- en baarmoederkanker wellicht helpt te begrijpen waarom dit zo is.
Voor borst- en baarmoederkanker is er een soortgelijk direct verband met de frequentie van de vleesconsumptie, met een soortgelijke bescherming door groenten en fruit.
Er kunnen dus dezelfde risicofactoren bestaan door oestrogeen-gevoelige kwaadaardige tumoren zoals borstkanker, en oestrogeen-gevoelige goedaardige gezwellen zoals vleesbomen.
We weten namelijk dat het hebben van een vleesboom rechtstreeks verband houdt met een toename van de hoeveelheid oestrogeen die door je lichaam stroomt bijvoorbeeld, en vrouwen die vegetarisch eten hebben een aanzienlijk lager gehalte aan overmatig oestrogeen.
Dat proberen ze nu te gebruiken om te verklaren waarom er minder vaak endometriumcarcinoom (oftewel kanker in de baarmoeder) voorkomt, en wellicht ook borstkanker, bij degenen die vegetarisch eten
Maar het kan ook helpen om de bevindingen over vleesbomen te verklaren.
Bij Adventisten die vegetariër zijn is het aantal gevallen van borstkanker slechts 60 tot 80% in vergelijking met Amerikaanse vrouwen in het algemeen, en voor vrouwen in Afrika of Azië komt dat percentage nog lager uit.
Hoe kan het dat vrouwen die vegetarisch eten een lager oestrogeengehalte hebben?
In deze beroemde studie in het New England Journal was de conclusie dat het lag aan hun grotere fecale uitscheiding, wat leidt tot meer uitscheiding van oestrogeen, wat resulteert in een lager gehalte in het bloed; dubbel zoveel, in feite.
Hier kun je alle zwaargewicht V's zien vergeleken met de lichtgewicht omnivoren.
En dat kan je testen.
Misschien is de oorzaak dat Afrikaans-Amerikaanse vrouwen meer vleesbomen hebben dezelfde oorzaak als waarom ze minder vaak borstkanker overleven: een teveel aan oestrogeen in hun bloed vanwege een minder goed eetpatroon.
Dus ontwierpen onderzoekers deze studie om te bekijken wat er zou gebeuren als ze overstapten naar een meer plantaardig eetpatroon, met meer vezels.
De vrouwen begonnen met een veel hoger oestrogeengehalte, mwat opnieuw helpt te verklaren waarom ze een verhoogde kans hebben dat ze aan borstkanker komen te overlijden.
Maar geef mensen gezonder te eten en al hun gehaltes gaan naar beneden,
wat erop wijst dat het borstkankerrisico aanzienlijk kan worden verlaagd door op een eetpatroon over te stappen dat is gebaseerd op meer onbewerkt plantaardig voedsel.
En hetzelfde lijkt te gelden voor vleesbomen, vooral het eten van veel kruisbloemige groenten zoals broccoli, kool en chinese kool, alsook tomaten en appels.
Vrouwen die vroeg in de puberteit komen en beginnen te menstrueren voor hun 11e, hebben wellicht ook een groter risico op vleesbomen op latere leeftijd, en we weten dat een hogere vleesconsumptie als kind gelinkt is aan een eerder begin van de eerste menstruatie, hoewel het totaal en dierlijke eiwitten in het algemeen daartoe kunnen bijdragen.
Bij meisjes die vlees eten, begint de eerste menstruatie doorgaans zo'n 6 maanden eerder dan bij meisjes die vegetarisch eten.
Degenen die vleesvervangers eten, zoals veggieburgers of veggieworstjes, hebben hun eerste menstruatie gemiddeld 9 maanden later, en een soortgelijke invloed op het inzetten van de puberteit werd gevonden bij volwaardig plantaardig voedsel zoals peulvruchten.
Het kan ook liggen aan de hormoonverstorende verontreinigende stoffen die zich in de voedselketen opbouwen.
Onderzoekers namen monsters af van inwendig buikvet bij vrouwen, en er bleek een verband te bestaan tussen de aanwezigheid van vleesbomen en het gehalte aan een aantal PCB's in hun vet.
Betekent dit dat viseters een grotere kans op vleesbomen hebben?
Onderzoekers vonden inderdaad dat het risico licht verhoogd is vanwege de inname van langketige omega-3-vetten, voornamelijk door de consumptie van donkerkleurige vis, waarmee ze sardienen en zalm bedoelden.
Dit kan liggen aan de hormoonverstorende chemische stoffen die meestal in vis zitten, of het kan gewoon statistisch toeval zijn.
Het zou echter wel in lijn zijn met het verhoogde risico bij sportvissers die de vis opeten.
Ze hebben het over deze studie.
Wetende dat eetpatroon en hormoonverstorende, persistente organische verontreinigende stoffen verband houden met allerlei gynaecologische aandoeningen, waaronder vleesbomen, onderzochten ze de mensen die de vis aten die gevangen was in de Grote Meren en vonden dat er een 20% hoger risico was voor elke 10 jaar dat ze die vissen aten.
Tot nu toe is dit de meest uitgebreide studie
Ze hebben de niveaus van verontreiniging vergeleken van vetmonsters van vrouwen die vleesbomen hadden, en vet dat was afgezogen van vrouwen die geen vleesboom hadden, en ze vonden niet alleen hogere gehaltes PCB's bij de vleesboom-patiëntes, maar ook bestrijdingsmiddelen die lang geleden al verboden waren, zoals DDT, en hexachloorcyclohexaan, en PAK's, polycyclische aromatische koolwaterstoffen, die onstaan bij kolenverbranding, tabak roken, of vlees bakken, en ook nog zware metalen - arseen, cadmium, lood en kwik - de gehaltes kwamen niet alleen overeen wat betreft vleesbomen, maar ook voor consumptie van vis en zeevruchten of een teveel aan lichaamsvet.
Dus overgewicht kwijtraken en minder vis en zeevruchten eten zou een beschermend effect kunnen hebben op het krijgen van vleesbomen door te zorgen dat je zo min mogelijk wordt blootgesteld aan milieuvervuilende stoffen.